Waarom gaan de producten die we maken steeds minder mee? Hoe komt het dat een gloeilamp die in 1911 is gemaakt meer dan 100 jaar meegaat als hij brandt en die van vandaag amper 1000 uur? Heeft een naam, geplande veroudering
Geplande veroudering is het plannen van de gebruiksduur van een product, zodat het product binnen een vooraf bepaalde periode onbruikbaar wordt. Ze kunnen ook worden beperkt door het aantal toepassingen, bijvoorbeeld een printer die na het afdrukken van tienduizend exemplaren niet meer werkt.

Wat is het doel van geplande veroudering?
Het primaire doel van geplande veroudering is ervoor te zorgen dat consumenten producten meerdere keren kopen in plaats van slechts één keer. Dit verhoogt natuurlijk de vraag naar producten omdat consumenten steeds weer terug moeten komen. Een gebruiker moet hetzelfde product vaker kopen dan wanneer dat product resistent zou zijn en een leven lang mee zou gaan.
Stel je voor dat je nooit gloeilampen hoefde te kopen, sinds je opa ze in huis had, blijven ze schijnen als de eerste dag. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar dat is het niet, dit type lampen zou perfect vervaardigd kunnen worden. De fabrikanten van gloeilampen zouden echter zonder kopers komen te zitten en zouden failliet gaan. Daarom maken ze lampen met een geprogrammeerde levensduur van 2500 uur, zodat je ze steeds opnieuw lampen moet kopen. Is geplande veroudering noodzakelijk? Is het mogelijk om er een einde aan te maken en efficiënte producten te maken?
Documentaire over geplande veroudering
De documentaire genaamd "Koop, gooi, koop", geproduceerd door RTVE, spreekt over geprogrammeerde veroudering, een term die zeer weinig bekend is in de samenleving, maar enorm belangrijk is in onze tijd. De documentaire doet ons afvragen of een economisch systeem gebaseerd op consumentisme zinvol is.
In de vorige eeuw hebben bedrijven onderzocht hoe ze producten kunnen ontwerpen die minder lang meegaan, zodat we hun producten weer kunnen kopen. Heeft het zin om geld uit te geven aan onderzoek naar het maken van minder duurzame producten? Op het eerste gezicht is het antwoord duidelijk, maar als de lampen niet zouden opbranden, zouden de bedrijven die zich toelegden op de productie ervan failliet gaan en niet meer produceren. De documentaire roept nog een aantal vragen op: heeft het zin om oneindige producten te maken op een planeet met beperkte middelen? Is er geen manier waarop bedrijven kunnen proberen de efficiëntie te verbeteren terwijl ze toch kunnen overleven?
Open debat over duurzaamheid van producten en kapitalisme
De documentaire opent het debat over de logica van een consumentenlevensstijl, waarbij bergen producten van lage kwaliteit worden geproduceerd. In 1911 werden gloeilampen aangekondigd met een levensduur van 2500 uur, in 1924 kwamen hun fabrikanten overeen geen lampen te maken die langer dan 1000 uur meegingen.
Het is een kwestie die de fundamenten van het kapitalisme verscheurt, en daarom is het erg moeilijk om mogelijke overeenkomsten voor te stellen om het te veranderen. Een mogelijke oplossing zou bijvoorbeeld zijn dat de lampen jaarlijks als kwaliteitsonderhoudspremie op de elektriciteitsrekening worden afgeschreven. Het lichtbedrijf zou voor de lampen zorgen als een product dat bij haar service hoort en om de kosten te drukken zou het proberen de lampen zo lang mogelijk mee te laten gaan.
Deze documentaire heeft talloze televisieprijzen gewonnen, waaronder een Onwings, een prijs voor de beste documentaire van het jaar 2011 door de Spaanse Academie voor Televisie, SCINEMA (Australië), FILMAMBIENTE (Brazilië), Guangzhou International Festival (China), Maeda Special Award (Japan), enz.
Je kunt de documentaire zien in de volgende link naar RTVE: The documentaire – Buy, throw, buy